Part 25
[41:47]
Naar Hem
alleen wordt de kennis van het Uur verwezen. En geen vruchten komen voort uit hun
bloemscheden noch wordt een enkele vrouw zwanger noch wordt zij verlost, dan
met Zijn kennis. En de Dag waarop Hij tot hen zal roepen: "Waar zijn Mijn
medegoden?" zullen zij antwoorden: "Wij verklaren U, dat niemand van
ons getuige is."
[41:48]
En de
afgoden welke zij voorheen plachten aan te roepen, gaan voor hen verloren en
zij zullen weten dat zij gee toevluchtsoord hebben.
[41:49]
De mens
wordt niet moe het goede te vragen; maar als het kwade hem treft vertwijfelt
hij en wordt wanhopig.
[41:50]
En als
Wij hem barmhartigheid tonen nadat enige kommer over hem is gekomen, zal hij
zeker zeggen: "Dit komt mij toe en ik denk niet dat het Uur zal
plaatsvinden. Maar indien ik tot mijn Heer word teruggebracht zal ik zeker bij
Hem het allerbeste vinden." Doch Wij zullen stellig de ongelovigen alles
vertellen wat zij deden en Wij zullen hen zeker een zware straf doen ondergaan.
[41:51]
Wanneer
Wij gunsten aan de mens verlenen wendt hij zich af en gaat terzijde, maar
wanneer het kwade hem raakt, ziet! dan offert hij lange, lange gebeden.
[41:52]
Zeg:
"Bedenkt u: Als dit (de Koran) van God is en gij verwerpt het - wie begaat
grotere dwaling dan hij die zich hevig daartegen verzet?"
[41:53]
Weldra
zullen Wij hun Onze tekenen in henzelf en over afgelegen streken tonen, tot het
hun duidelijk wordt dat dit de Waarheid is. Is het niet genoeg dat uw Heer
Getuige over alle dingen is?
[41:54]
Ziet
toe! Zij zijn in twijfel over de ontmoeting met hun Heer. Voorwaar, Hij omvat
alle dingen.
De consultatie
In naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle.
[42:1]
Haa
Miem.
[42:2]
Ain Sien
Qaaf.
[42:3]
Zo heeft
God, de Machtige, de Wijze aan u en aan degenen die vóór u waren,
geopenbaard.
[42:4]
Aan Hem
behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is en Hij is de Hoogste, de Grootste.
[42:5]
Het is
nabij dat de hemelen zullen worden uiteengescheurd boven hen, maar de engelen
verheerlijken hun Heer met de lof die Hem toekomt en vragen vergiffenis voor
hen die op aarde zijn. Ziet toe! God is de Vergevensgezinde, de Genadevolle.
[42:6]
En
degenen, die naast Hem beschermers tot zich nemen, over hen waakt God: maar gij
(profeet) zijt geen voogd over hen.
[42:7]
Zo
hebben Wij u de Koran in het Arabisch geopenbaard, opdat gij de Moeder der
steden (Makka) en al het omringende moogt waarschuwen; dus waarschuwt (hen)
voor de Dag der Verzameling waaromtrent geen twijfel is. Een deel zal in het
paradijs zijn, en een ander deel in het laaiend Vuur.
[42:7]
Zo
hebben Wij u de Koran in het Arabisch geopenbaard, opdat gij de Moeder der
steden (Makka) en al het omringende moogt waarschuwen; dus waarschuwt (hen) voor
de Dag der Verzameling waaromtrent geen twijfel is. Een deel zal in het
paradijs zijn, en een ander deel in het laaiend Vuur.
[42:8]
Indien
God wilde kon Hij hen tot een enkel volk hebben gemaakt, maar Hij laat in Zijn
barmhartigheid toe wie Hij wil. Doch de onrechtvaardigen zullen geen beschermer
of helper hebben.
[42:9]
Hebben
zij naast Hem besehermers tot zich genomen terwijl God de Besehermer is? Hij
maakt de doden levend en heeft macht over alle dingen,
[42:10]
En
waarover gij ook moogt verschillen, de beslissing ervan rust bij God. Zeg:
"Zo is God, mijn Heer. In Hem stel ik mijn vertrouwen, en tot Hem wend ik
mij."
[42:11]
Hij is
de Schepper der hemelen en der aarde. Hij heeft u tot paren gemaakt, evenals
het vee, te uwen behoeve. Daardoor vermenigvuldigt Hij u. Er is niets aan Hem
gelijk en Hij is de Alhorende, de Alziende.
[42:12]
Aan Hem
behoren de schatten van de hemelen en de aarde. Hij vergroot en bekrimpt de
voorziening voor wie Hij wil. Hij heeft voorzeker kennis van alle dingen.
[42:13]
Hij
schreef u dezelfde godsdienst voor, die Hij aan Noach oplegden en die Wij
bovendien aan u openbaren en die Wij Abraham, Mozes en Jezus oplegden:
"Bevestigt deze godsdienst en weest er niet in verdeeld." Voor de
afgodendienarenis dat moeilijk waartoe gij hen roept. God kiest voor Zich wie
Hij wil en leidt hem die zich (in berouw) tot Hem wendt.
[42:14]
En zij
waren slechts verdeeld, nadat de kennis tot hen was gekomen, door zelfzuchtige
afgunst onder elkander. En ware het niet dat een Woord reeds van uw Heer was
uitgegaan voor een vastgestelde tijd, dan zou de zaak voorzeker tussen hen
geoordeeld zijn. En waarlijk, zij die het Boek erfden, na hen, zijn er in een
verontrustende twijfel over.
[42:15]
Nodig
hen daarom hiertoe uit. En wees standvastig zoals u is geboden en volg hun
slechte begeerten niet, maar zeg: "Ik geloof in elk Boek dat God heeft
neder gezonden en het is mij geboden rechtvaardig tegenover u te handelen. God
is onze Heer en uw Heer. Aan ons onze werken en aan u uw werken. Laat er geen
twist tussen u en ons bestaan. God zal ons tezamen brengen en tot Hem is de
terugkeer.
[42:16]
En zij
die over God twisten nadat zij Hem aanvaard hebben, hun twist is waardeloos in
de ogen van hun Heer; er is toorn over hen en er zal een strenge straf voor hen
zijn.
[42:17]
God is
het Die dit Boek (de Koran) met de Weegschaal in waarheid heeft nedergezonden.
Wat weet gij waarschijnlijk is het Uur nabij.
[42:18]
De
ongelovigen vragen het te verhaasten maar de gelovigen vrezen er voor en weten
dat het de Waarheid is. Ziet toe! Zij die over het Uur redetwisten zijn ver
afgedwaald.
[42:19]
God is
Zorgzaam tegenover Zijn dienaren. Hij zorgt voor wie Hij wil. Hij is de Sterke,
de Machtige.
[42:20]
Wie de
oogst van het Hiernamaals wenst, diens oogst doen Wij toenemen, doch wie naar
de oogst der wereld verlangt ook hem geven Wij daarvan, maar hij zal in het
Hiernamaals geen deel hebben.
[42:21]
Hebben
zij (afgodendienaren) dan medegoden, die hun een godsdienst hebben
voorgeschreven welke God verboden heeft? Ware Ons gebod voor het laatste
gericht niet uitgevaardigd,dan zou de zaak onder hen geoordeeld zijn geweest.
Want de onrechtvaardigen zullen zeker een pijnlijke straf ontvangen.
[42:22]
Gij zult
de onrechtvaardigen in vrees zien voor hetgeen zij hebben verdiend op de Dag
des Oordeels en het zal hen zeker treffen. Maar degenen, die geloven en goede
werken doen, zullen in de tuinen van het paradijs zijn. Zij zullen bij hun Heer
alles vinden wat zij wensen. Dat is de grote genade.
[42:23]
Dit is
het waarvan God aan Zijn dienaren die geloven en goede werken doen, de blijde
tijdingen geeft. Zeg: "Ik vraag u geen loon voor (mijn prediking), behalve
liefde van verwanten." En hij die het goede verricht zullen Wij in
goedheid doen toenemen. Voorzeker, God is Vergevensgezind, Waarderend.
[42:24]
Zeggen
zij: "Hij heeft een leugen over God verzonnen?" Als God het wilde kon
Hij uw hart verzegelen. Maar God zal de leugen uitvagen en de Waarheid door
Zijn woord bevestigen. Voorzeker, Hij weet wat in de harten is.
[42:25]
Hij Die
berouw aanvaardt van Zijn dienaren en (hun) zonden vergeeft. Hij weet wat gij
doet.
[42:26]
En Hij
verhoort de gelovigen die goede werken doen en geeft nog meer uit Zijn
overvloed maar de ongelovigen zullen een strenge straf ontvangen.
[42:27]
Indien
God de voorziening voor Zijn dienaren zou hebben vergroot, zouden zij op aarde
verderf hebben veroorzaakt: Hij zendt echter met mate neder zoals Hij dat wil.
Hij kent en ziet Zijn dienaren inderdaad goed.
[42:28]
Hij is
het, Die regen nederzendt en Zijn barmhartigheid uitspreidt nadat men daaraan
gewanhoopt heeft. Hij is de Beschermer, de Geprezene.
[42:29]
En onder
Zijn tekenen is de Schepping der hemelen en der aarde, en der levende wezens
die Hij daarin heeft verspreid. En Hij heeft macht hen te verzamelen wanneer Hij
wil.
[42:30]
Welke
ramp u ook overkomt, het is door hetgeen uw handen hebben gewrocht. Doch Hij
vergeeft vele dingen.
[42:31]
En gij
kunt op aarde niet ontkomen noch hebt gij een enkele vriend of helper buiten
God.
[42:32]
En onder
Zijn tekenen zijn de schepen als
[42:33]
Als Hij
wil
[42:34]
Of Hij
[42:35]
Opdat
zij die over de tekenen van God redetwisten, mogen inzien dat zij geen
toevlucht hebben.
[42:36]
Wat u is
gegeven is slechts een voorziening voor dit leven, en hetgeen bij God is, is
beter en van langere duur voor de gelovigen die in hun Heer vertrouwen stellen.
[42:37]
Voor
degenen die de zwaarste zonden en gruweldaden vermijden en die wanneer zij
vertoornd zijn, vergeven;
[42:38]
En voor
degenen die naar hun Heer luisteren en hun gebeden houden en wier manier van
handelen een zaak van wederzijds overleg is en voor degenen die geven van
hetgeen waarmee Wij hen hebben voorzien;
[42:39]
En voor
degenen die, als een aanval hen treft, zich verdedigen.
[42:40]
Doch de
vergelding van het kwade is het daaraan gelijke; maar wie vergeeft en
verbetering voor ogen houdt, zijn loon rust bij God. Voorzeker, Hij houdt niet
van de onrechtvaardigen.
[42:41]
Maar er
is geen verwijt tegen hen die zich verdedigen nadat hun onrecht is aangedaan.
[42:42]
Het
verwijt is slechts tegen hen, die de mensen onrecht aandoen en ten onrechte in
het land opstand veroorzaken. Dezen zullen een pijnlijke straf ontvangen.
[42:43]
En hij
die geduldig is en vergeeft, - dat is voorzeker een (teken) van een sterk
karakter.
[42:44]
Hij die
God laat dwalen, zal buiten Hem geen beschermer hebben. En gij zult de
onrechtvaardigen zien die, wanneer zij de straf zullen aanschouwen, zeggen:
"Is er geen weg tot terugkeer?"
[42:45]
En gij zult
hen aan het Vuur zien blootgesteld, door schande vernederd, terwijl zij er met
neergeslagen ogen naar kijken. De gelovigen zullen zeggen: "De verliezers
zijn inderdaad zij die zichzelf en hun familie op de Dag der Opstanding hebben
verloren." Ziet toe! de onrechtvaardigen zullen een blijvende straf
ontvangen.
[42:46]
Zij
hebben buiten God geen vrienden die hen kunnen helpen. En er is voor hen die
God laat dwalen geen uitweg.
[42:47]
Luistert
naar uw Heer voordat God’s Dag komt die niemand zal kunnen tegenhouden. Op die
Dag zal er voor u geen toevlucht zijn, noch enige
[42:48]
Maar
indien zij zich afwenden hebben Wij u niet als wachter over hen gezonden. Het
is alleen uw plicht de boodschap over te brengen. En waarlijk, wanneer Wij de
mens Onze barmhartigheid betuigen, verheugt hij zich er in. Maar indien hun een
kwaad overkomt door hetgeen hun handen hebben bedreven, dan voorzeker, is de
mens ondankbaar.
[42:49]
Aan God
behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde. Hij schept wat Hij wil. Hij
schenkt vrouwelijke en mannelijke kinderen aan wie Hij wil.
[42:50]
Of Hij
mengt ze, mannelijk en vrouwelijk en Hij maakt onvruchtbaar wie Hij wil.
Voorwaar, Hij is Alwetend, Almachtig.
[42:51]
Het is voor
een mens niet mogelijk dat God tot hem zou spreken anders dan door ingeving of
van achter een sluier of door een boodschapper te zenden om door Zijn gebod te
openbaren wat Hij wil. Voorwaar, Hij is de Verhevene, de Alwijze.
[42:52]
En zo
hebben Wij u een woord door ons gebod geopenbaard. Gij wist niet wat het Boek
noch wat het geloof was. Maar Wij maakten het tot een licht waarbij Wij leiding
verlenen aan diegenen Onzer dienaren die Wij willen. Voorzeker, gij leidt de
mens zeker naar het rechte pad,
[42:53]
Het pad
van God, aan Wie hetgeen in de hemelen en op aarde is, toebehoort. Ziet toe,
tot God is de terugkeer van alle dingen.
De gouden juwelen
In naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle.
[43:1]
Haa
Miem.
[43:2]
Bij het
duidelijke Boek;
[43:3]
Voorzeker,
Wij hebben het tot een duidelijke verkondiging gemaakt, opdat gij het moogt
begrijpen.
[43:4]
En
voorwaar, dit is in het Boek der Boeken bij Ons, verheven, vol van wijsheid.
[43:5]
Zullen
Wij u dit dan niet in herinnering brengen, omdat gij een buitensporig volk
zijt?
[43:6]
Hoevele
profeten hebben Wij tot de vroegere geslachten gezonden!
[43:7]
En er
kwam tot hen nooit een profeet of zij bespotten hem.
[43:8]
Daarom
vernietigden Wij de sterksten onder hen ofschoon het voorbeeld van de vroegere
volkeren reeds voorafgegaan was.
[43:9]
En
indien gij hun vraagt: "Wie schiep de hemelen en de aarde?" zullen
zij zeker zeggen: "De Machtige, de Alwetende."
[43:10]
Die de
aarde voor u als wieg heeft gemaakt en uw wegen daarop (aangaf), opdat gij de
goede weg moogt volgen.
[43:11]
En Die
water in juiste maat van de hemel nederzendt, waardoor Wij een dood land doen
herleven. Zo zult ook gij worden opgewekt.
[43:12]
En Die
alles in paren schiep en u schepen heeft gegeven en dieren waarop gij rijdt,
[43:13]
Opdat
gij stevig op hun rug moogt zitten en dan, wanneer gij er stevig op zit, de
gunst van uw Heer moogt gedenken en zeggen: "Glorie zij Hem, Die dit in
onze dienst heeft gesteld want wij konden die zelf niet onderwerpen.
[43:14]
En
voorzeker wij moeten tot onze Heer wederkeren."
[43:15]
En
sommigen maken van Zijn dienaren gelijken aan God. Waarlijk de mens is
klaarblijkelijk ondankbaar.
[43:16]
Heeft
Hij uit de wezens die Hij schiep dochters genomen en u met zonen geëerd?
[43:17]
Doch
wanneer aan een hunner nieuws wordt gegeven van hetgeen hij over de Barmhartige
vertelt, is hij toornig en wordt zijn gelaat donker.
[43:18]
(Schrijft
gij iemand aan God toe) die omhangen met sieraden wordt grootgebracht en die
zich bij een twist moeilijk
[43:19]
En zij
maakten de engelen, die dienaren zijn van de Barmhartige, tot vrouwelijke
wezens. Waren zij dan van hun schepping getuige? Hun getuigenis zal worden
opgetekend en zij zullen tot rekenschap worden geroepen.
[43:20]
Zij
zeggen: "Indien de Barmhartige had gewild zouden wij hen niet hebben
aanbeden." Zij hebben daar in het geheel geen kennis van, zij vermoeden
slechts.
[43:21]
Hebben
Wij hun ooit te voren een Boek gegeven waar zij zich aan vasthouden?
[43:22]
Neen,
zij zeggen: "Wij zagen onze vaderen een godsdienst volgen en wij richten
ons naar hun voetstappen."
[43:23]
En
evenzo zonden Wij geen waarschuwer naar een stad vóór u of de
rijken hiervan zeiden: "Wij zagen onze vaderen een godsdienst volgen, en
wij treden in hun voetstappen."
[43:24]
Zij (de
boodschappers) zeiden: "Hoewel wij u een betere leiding brengen dan
hetgeen gij uw vaderen hebt zien volgen?" Zij zeiden: "Waarlijk, wij
verwerpen datgene waarmede gij gezonden zijt."
[43:25]
Daarom
straften Wij hen; ziet dan hoe het einde der loochenaars was,
[43:26]
En
(gedenkt) hoe Abraham tot zijn vader en zijn volk zeide: "Ik heb voorzeker
iets uitstaande met hetgeen gij aanbidt,
[43:27]
Doch
Hij, Die mij schiep zal mij zeker
[43:28]
En Hij
maakte dit een blijvende leer voor zijn nakomelingen, opdat zij zich mochten
bekeren.
[43:29]
Waarlijk,
Ik liet dezen en hun vaderen in welvaart leven totdat de Waarheid en een
welsprekende boodschapper, die alles verduidelijkte, tot hen kwam.
[43:30]
Maar nu
de Waarheid tot hen is gekomen, zeggen zij: "Dit is tovenarij en wij
zullen er niet in geloven."
[43:31]
En men
zegt: "Waarom is deze Koran niet aan een groot man uit de twee steden
geopenbaard?"
[43:32]
Delen
deze de barmhartigheid van uw Heer uit? Wij zijn het, Die in het tegenwoordige leven
middelen van bestaan onder hen uitdelen en Wij verheffen sommigen hunner boven
anderen in graden, opdat sommigen hunner anderen te werk mogen stellen. En de
barmhartigheid van uw Heer is beter dan hetgeen zij vergaren.
[43:33]
Ware er niet
(het gevaar) dat alle mensen één groep zouden vormen, Wij zouden voor degenen
die de Barmhartige verwerpen, daken voor hun huizen en trappen waarop zij naar
boven konden lopen van zilver hebben gemaakt,
[43:34]
En
deuren voor hun huizen; en rustbanken, waarop zij konden rusten,
[43:35]
En
versieringen. Maar dat alles is niets dan een voorziening voor het
tegenwoordige leven, doch het Hiernamaals bij uw Heer is voor de godvruchtigen.
[43:36]
En wie
zich van de aanbidding van de Barmhartige afkeert, achter hem zetten Wij een
satan, die zijn metgezel wordt.
[43:37]
En
voorwaar, deze leidt hem van de rechte weg af, en toch denkt hij dat hij juist
geleid wordt.
[43:38]
Wanneer
zo iemand bij Ons komt, zegt hij tegen zijn metgezel: "O, ware er tussen u
en mij een afstand van het Oosten naar het Westen geweest. Wat is dit een boze
metgezel!"
[43:39]
Indien
gij onrechtvaardig handeldet, zal het u heden niet baten dat gij samen dezelfde
straf ondergaat.
[43:40]
Kunt gij
dan de doven doen horen en de blinden en degenen die klaarblijkelijk dwalen,
leiden?
[43:41]
En
indien Wij u wegnemen (uit hun midden) zullen Wij hen gewis bestraffen.
[43:42]
En
indien Wij u datgene tonen waarmede Wij hen bedreigen dan voorzeker hebben Wij
macht over hen.
[43:43]
Houd u
daarom vast aan hetgeen u is geopenbaard; gij zijt voorzeker op het rechte pad.
[43:44]
Waarlijk,
het is een eer voor u en voor uw volk en gij zult weldra (daarover) worden
ondervraagd.
[43:45]
En
vraagt aan Onze boodschappers die Wij vóór u zonden:
"Stelden wij naast de Barmhartige andere goden om te worden
aanbeden?"
[43:46]
Wij
zonden Mozes met Onze tekenen naar Pharao en zijn leiders, en hij zeide:
"Ik ben waarlijk een boodschapper van de Heer der Werelden."
[43:47]
Maar toen
hij met Onze tekenen tot hen kwam, ziet, bespotten zij hem.
[43:48]
En Wij
toonden hun geen teken of het ene was groter dan het andere en Wij deden hen
een straf ondergaan opdat zij zich mochten bekeren.
[43:49]
En zij
zeiden (tot Mozes): "O, gij tovenaar, bid voor ons tot uw Heer
overeenkomstig het verdrag dat Hij met u heeft gesloten, wij zullen zeker de
leiding volgen.
[43:50]
Maar
toen Wij de straf van hen wegnamen, ziet, zij braken hun woord.
[43:51]
En
Pharao riep tot zijn volk: "O, mijn volk! Behoort het koninkrijk van
Egypte niet aan mij toe? En stromen deze rivieren niet op mijn bevel? Kunt, gij
dat niet inzien?
[43:52]
Of ben
ik niet beter dan deze onaanzienlijke man die zich nauwelijks
[43:53]
Waarom
zijn hem dan geen armbanden van goud geschonken of komen engelen niet in
processie met hem?"
[43:54]
Zo
maakte hij zijn volk tot dwazen en zij gehoorzaamden hem. Zij waren inderdaad
een overtredend volk.
[43:55]
Toen zij
Ons vertoornden, straften Wij hen en verdronken hen allen.
[43:56]
Wij
deden hen vergaan en maakten dit tot een voorbeeld voor de komende
(geslachten).
[43:57]
En
wanneer de zoon van Maria als voorbeeld wordt genoemd, ziet, uw volk rijst op
en keerde zich of in ofschuw.
[43:58]
En zij
roepen: "Zijn onze goden beter of is hij beter?" Zij zeggen dit tot u
alleen om te twisten. Waarlijk zij zijn een twistziek volk.
[43:59]
Hij
(Jezus) is niets dan een dienaar wie Wij Onze gunst schonken en Wij stelden hem
tot voorbeeld voor de kinderen van Israël.
[43:60]
En
indien Wij het wilden, konden Wij engelen uit uw midden tot opvolgers op aarde
maken.
[43:61]
Maar dit
is een teken van het Uur. Twijfelt er daarom niet aan, maar volgt Mij. Dit is
het rechte pad.
[43:62]
En laat Satan
u niet verleiden. Voorzeker, hij is voor u een openlijke vijand.
[43:63]
Toen
Jezus met duidelijke bewijzen kwam, zeide hij: "Waarlijk ik ben met
wijsheid tot u gekomen opdat ik u iets van hetgeen waarover gij onderling
verschilt duidelijk moge maken. Vreest daarom God en gehoorzaamt mij.
[43:64]
Voorwaar,
God is mijn Heer en uw Heer. Dient Hem daarom. Dit is het rechte pad."
[43:65]
Maar
vele groepen uit hun midden werden onenig. Wee de onrechtvaardigen wegens de
straf van een smartelijke Dag!
[43:66]
Zij
wachten slechts tot het Uur plotseling over hen komt, terwijl zij het niet
voorzien.
[43:67]
Vrienden
zullen op die Dag elkanders vijanden zijn. Doch de godvruchtigen:
[43:68]
O Mijn
dienaren, geen vrees zal op deze Dag over u komen noch zult gij treuren.
[43:69]
Die in
Onze tekenen geloofdet en onderdanig waart,
[43:70]
Gaat het
paradijs binnen, gji en uw echtgenoten, gelukkig zijnde.
[43:71]
Er
zullen gouden schalen en bekers worden rondgereikt en er zal daarin alles zijn
wat de zielen zich wensen en waar de ogen van genieten. En gij zult daarin
vertoeven.
[43:72]
Dit is
de Tuin, die u is gegeven (als beloning) voor hetgeen gij deedt.
[43:73]
Er is
daarin een overvloed van fruit voor u waarvan gij kunt eten."
[43:74]
De
schuldigen zullen gewis de kastijding der hel blijven ondergaan.
[43:75]
En deze
zal voor hen niet verlicht worden en zij zullen daarin vertwijfelen.
[43:76]
Wij
deden hun geen onrecht, doch zij waren tet die zichzelf onrecht plachten te
doen.
[43:77]
En zij
zullen schreeuwen: "O, Malik, laat uw Heer een einde aan ons maken."
Deze zal antwoorden: "Gij moet blijven."
[43:78]
Wij
brachten u zeker de Waarheid maar de meesten uwer waren er afkerig van.
[43:79]
Hebben
zij een richting bepaald? Dan doen Wij dat ook.
[43:80]
Denken
zij dat Wij hun heimelijk overleg en hun beraadslaging niet horen? Ja zeker!
Onze boodschappers bij hen schrijven alles op.
[43:81]
Indien
de Barmhartige een zoon had, dan zou ik de eerste der aanbidders zijn.
[43:82]
Verheven
is de Heer der hemelen en der aarde, de Heer van de Troon, boven al hetgeen zij
vertellen.
[43:83]
Laat hen
praten en zich vermaken totdat de Dag komt die hun is beloofd.
[43:84]
En Hij
is God in de hemel en op aarde en Hij is de Alwijze, de Alwetende,
[43:85]
En zalig
is Hij, Wie het Koninkrijk der hemelen en der aarde en alles, wat er tussen is,
toebehoort, en bij Hem is de kennis van het Uur, en tot Hem zult gij worden
teruggebracht.
[43:86]
En
degenen die zij naast God aanroepen bezitten geen macht tot bemiddeling,
behalve hij, die de Waarheid getuigt; en dat weten zij.
[43:87]
En
indien gji hun vraagt: "Wie schiep hen?", zullen zij zeker zeggen:
"God". Waarheen worden zij dan afgewend?
[43:88]
En zijn
(des Profeten) gezegde: "O, mijn Heer, dit is een volk dat niet
gelooft."
[43:89]
Wend u
dan van hen af en zeg: "Vrede": en weldra zullen zij (hun dwaijling)
te weten komen.
De rook
In naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle.
[44:1]
Haa
Miem.
[44:2]
Bij het
duidelijke Boek.
[44:3]
Waarlijk,
Wij openbaarden het in een gezegende nacht en Wij zijn de Waarschuwer.
[44:4]
Waarin
al het wijze tot in bijzonderheden is uitgelegd.
[44:5]
Door Ons
gebod. - Voorzeker, Wij zenden (de profeten)
[44:6]
Als een
barmhartigheid van uw Heer; waarlijk, Hij is de Alhorende, de Alwetende.
[44:7]
Van de
Heer der hemelen en der aarde en alles wat er tussen is, indien gij er
vertrouwen in stelt.
[44:8]
Er is
geen God naast Hem. Hij doet leven en sterven, uw Heer en de Heer uwer
voorvaderen.
[44:9]
Doch zij
vermaken zich door te twijfelen.
[44:10]
Maar
wacht op de Dag waarop de hemel een zichtbare damp zal voortbrengen,
[44:11]
Die het
volk zal omhullen. Dit zal een pijnlijke straf zijn.
[44:12]
Onze
Heer, neem de marteling van ons weg; waarlijk wij zijn gelovigen, (zullen zij
zeggen).
[44:13]
Hoe kan
er lering voor hen zijn, terwijl er tot hen een boodschapper is gekomen, die
alles duidelijk maakt.
[44:14]
En zij
hebben zich van hem afgewend zeggende: "Hij is (door mensen) onderwezen,
een bezetene."
[44:15]
Wij zullen
de straf voor een wijle wegnemen, maar zij zullen stellig terugvallen.
[44:16]
De de
dag, waarop Wij hen met een machtige greep aanvallen, zullen Wij hen zeker
straffen.
[44:17]
Wij
hebben het volk van Pharao reeds vóór hen beproefd en er kwam een
eerwaardige boodschapper tot hen zeggende:
[44:18]
Geeft
mij de dienaren van God, voorwaar, ik ben voor u een betrouwbare Boodschapper.
[44:19]
En
verheft u niet tegen God. Zeker, ik kom tot u met duidelijk gezag.
[44:20]
En ik
zoek toevlucht tot mijn en uw Heer, vrezende dat gij mij zult stenigen.
[44:21]
En laat
mij alleen, indien gij mij niet gelooft."
[44:22]
Toen bad
hij tot zijn Heer: "Dit is inderdaad een zondig volk."
[44:23]
God
zeide: "Trek met Mijn dienaren ’s nachts weg want gij zult gewis worden
achtervolgd.
[44:24]
En
doorwaad de zee terwijl deze rustig is. Voorzeker, zij zijn een schare die zal
verdrinken."
[44:25]
Hoevele
tuinen en bronnen lieten zij achter!
[44:26]
En de
korenvelden en de schone plaatsen!
[44:27]
En de aangename
dingen, waarvan zij genoten!
[44:28]
Zo was
het, maar Wij deden ze een ander volk erven.
[44:29]
De hemel
en de aarde weenden niet om hen noch werd hun uitstel gegeven.
[44:30]
En zo
redden Wij de kinderen van Israël van een vernederende kwelling.
[44:31]
Door
Pharao: want hij was trots en één der buitensporigen.
[44:32]
En Wij
verkozen hen doelbewust boven andere volkeren.
[44:33]
En Wij
gaven hun tekenen, waar een duidelijke beproeving in lag.
[44:34]
Deze
mensen (de ongelovigen) zeggen:
[44:35]
Het is
slechts onze enige dood want wij zullen niet worden opgewekt.
[44:36]
Breng
onze voorvaderen dan terug indien gij de waarheid spreekt."
[44:37]
Zijn zij
beter of het volk van Tobba of zij die vóór hen zijn geweest? Wij
vernietigden hen omdat zij schuldig waren.
[44:38]
En Wij
hebben de hemelen en de aarde en alles wat er tussen is niet als spel
geschapen.
[44:39]
Wij
schiepen ze slechts in waarheid, maar de meesten hunner begrijpeen het niet.
[44:40]
Voorwaar,
de Dag der beslissing is voor hen allen de vastgestelde tijd.
[44:41]
De Dag
waarop een vriend de vriend niets zal baten noch zullen zij worden geholpen.
[44:42]
Met
uitzondering van hen, die God genadig zal zijn. Voorwaar, Hij is de Almachtige,
de Genadevolle.
[44:43]
De boom
van Zaqqoem,
[44:44]
Zal het
voedsel voor de zondaar zijn,
[44:45]
Als
gesmolten koper zal het in de buik koken,
[44:46]
Gelijk
het koken van ziedend water.
[44:47]
Grijpt
hem en sleurt hem in het midden van het laaiend Vuur;
[44:48]
Giet
daarna als marteling kokend water op zijn hoofd."
[44:49]
Proef
dit! Voorzeker gij waart eens de machtige, de eerwaardige.
[44:50]
Dit is
inderdaad datgene waaraan gij twijfeldet.
[44:51]
Voorwaar,
de rechtvaardigen zullen in een woning van vrede en veiligheid zijn,
[44:52]
Tussen
tuinen en bronnen,
[44:53]
Gekleed
in fijne zijde en zwaar goudlaken naar elkander toegekeerd.
[44:54]
Zo zal
het zijn. En Wij zullen hen met schone meisjes die grote, mooie ogen hebben,
verenigen.
[44:55]
Zij
zullen daar naar alle fruitsoorten vragen (en deze ontvangen) in vrede en
veiligheid.
[44:56]
Zij
zullen daarin geen andere dood smaken na de eerste dood. En Hij heeft hen voor
de straf van het laaiend Vuur behoed.
[44:57]
Als een
genade van uw Heer. Dit is de grootste zegepraal.
[44:58]
Wij hebben
hem (de Koran) gemakkelijk voor uw tong gemaakt, opdat men er lering uit moge
trekken.
[44:59]
Wacht
daarom, zij wachten ook.
Het knielen
In naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle.
[45:1]
Haa
Miem.
[45:2]
De openbaring
van dit Boek is van God, de Almachtige, de Alwijze.
[45:3]
Voorwaar,
in de hemelen en op aarde zijn tekenen voor de gelovigen.
[45:4]
En in de
schepping van uzelf en alle medeschepselen, die Hij verspreidt (over de aarde),
zijn tekenen voor een volk dat zekerheid van geloof wil hebben.
[45:5]
En in de
wisseling van nacht en dag en de voorziening die God uit de hemel nederzendt
waardoor Hij de aarde doet herleven na haar dood en in de verandering van de
winden, zijn eveneens tekenen voor een volk, dat zijn verstand gebruikt.
[45:6]
Dit zijn
de tekenen van God, die wij naar waarheid aan u voordragen. In welk woord
buiten God en Zijn tekenen zullen zij dan geloven?
[45:7]
Wee elke
zondige leugenaar,
[45:8]
Die de
woorden van God, die hem worden voorgedragen, hoort en niettemin minachtend ze
trotseert alsof hij ze niet hoorde. - Geef hem tijding van een pijnlijke straf.
-
[45:9]
En die,
wanneer hij van Onze tekenen kennis krijgt er mee spot. Voor dezulken is er een
vernederende straf.
[45:10]
Zij hebben
de hel in het vooruitzicht; hetgeen zij verwierven zal hen niet baten noch de
afgoden die zij buiten God tot beschermers namen, terwijl zij een grote straf
zullen ontvangen.
[45:11]
Dit is
de leiding. En voor degenen die de tekenen van hun Heer verwerpen, is de
kwelling van een pijnlijke straf gereed.
[45:12]
God is
Hij, Die de zee in uw dienst heeft gesteld, zodat schepen er op varen door Zijn
gebod opdat gij naar Zijn overvloed zult zoeken en dat gij dankbaar moogt zjin.
[45:13]
En Hij
heeft alles van Hem afkomstig in de hemelen en op aarde aan u onderworpen.
Daarin zijn zeker tekenen voor een volk, dat nadenkt.
[45:14]
Zeg
tegen de gelovigen, dat zij diegenen, die de dagen van God niet vrezen, moeten
vergeven, zodat Hij Zelf het volk moge vergelden voor hetgeen zij verrichten.
[45:15]
Wie goed
doet, doet dat ten voordele van zijn eigen ziel: en wie kwaad doet, doet dat
tegen zijn eigen ziel. Ten slotte zult gij tot uw Heer worden teruggebracht.
[45:16]
Wij
gaven het Boek en de heerschappij en het profetenambt aan de kinderen van
Israël en Wij hadden hen van goede dingen voorzien: Wij begunstigden hen boven
de andere volkeren.
[45:17]
En Wij
gaven hun duidelijke uitleg over de godsdienst. En zij werden onenig slechts
nadat kennis tot hen was gekomen door onderlinge afgunst. Voorwaar, uw Heer zal
op de Dag der Opstanding over hen uitspraak doen omtrent datgene waarover zij
het met elkaar oneens waren.
[45:18]
Dan
hebben Wij u (o Mohammed) een duidelijke weg gewezen; volg die daarom, maar
volg de begeerten der onwetenden niet.
[45:19]
Voorwaar,
zij zullen u niets tegen God baten. En voorzeker, de onrechtvaardigen zijn
vrienden onder elkander, maar God is de Vriend der godvruchtigen.
[45:20]
Dit zijn
de duidelijke bewijzen voor de mensen en een richtsnoer en barmhartigheid aan
een volk dat zekerheid van geloof heeft.
[45:21]
Verbeelden
diegenen die slechte daden doen, dat Wij hen zullen behandelen zoals hen, die
geloven en goede werken verrichten, zodat hun leven en hun dood gelijk zullen
zijn? Verkeerd is hun oordeel.
[45:22]
God
heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen, zo dat elke ziel voor
hetgeen zij verdient vergolden moge worden en hun zal geen onrecht worden
aangedaan.
[45:23]
Hebt gij
hem gezien, die zijn eigen begeerte tot zijn God maakt, en die God liet dwalen,
ondanks zijn kennis, en wiens oren en wiens hart Hij heeft verzegeld en op
wiens ogen Hij een sluier heeft gelegd? Wie zal hem buiten God kunnen
[45:24]
En zij
zeggen: "Er is niets dan dit tegenwoordige leven, wij leven en sterven;
alleen de tijd vernietigt ons." Maar zij hebben
[45:25]
En
wanneer Onze duidelijke woorden aan hen worden voorgedragen, is hun enige
tegenwerping: "Brengt onze vaderen terug, als gij de waarheid
spreekt."
[45:26]
Zeg:
"Het is God, Die u leven geeft en u daarna doet sterven, daarna zal Hij u
tezamen verzamelen op de Dag der Opstanding waarover geen twijfel is. Maar de
meeste mensen begrijpen het niet.
[45:27]
Aan God
behoort de heerschappij der hemelen en der aarde; de Dag waarop het Uur
aanbreekt, zullen zij die leugens volgen, vergaan.
[45:28]
En gij
zult ieder volk zien knielen. Elk volk zal tot zijn boek worden geroepen en er
zal tot hen worden gezegd: "Heden zult gij voor hetgeen gij deedt worden
beloond.
[45:29]
Dit is
Ons Boek: het spreekt tot u; met waarheid. Wij hebben opgetekend, wat gij
deedt.
[45:30]
Maar wat
hen betreft, die geloofden en goede daden verrichtten, hun Heer zal hen in Zijn
barmhartigheid toelaten. Dat is de openlijke zegepraal.
[45:31]
Maar tot
de ongelovigen (zal gezegd worden): "Werden Mijn woorden niet aan u
voorgedragen? Doch gij waart hoogmoedig en werdt een schuldig volk."
[45:32]
En toen
er werd gezegd: "De belofte van God is zeker waar en aan het Uur is geen
twijfel," zeidet gij: "Wij weten niet wat het Uur is: wij vermoeden
het slechts en zijn er niet zeker van."
[45:33]
En het
boze hunner daden zal hun duidelijk worden en hetgeen zij plachten te bespotten
zal hen omringen.
[45:34]
En er
zal worden gezegd: "Deze Dag zullen Wij u vergeten zoals gij de ontmoeting
met deze Dag vergeten hebt. Uw toevlucht is (slechts) het Vuur en gij hebt daar
geen helpers."
[45:35]
Dit is
omdat gij de tekenen van God bespottet, daardoor heeft het leven der wereld u
misleid. Daarom zullen zij op die Dag niet uit het Vuur worden genomen, noch
zal hun verontschuldiging worden toegestaan.
[45:36]
Alle lof
komt God toe, de Heer der hemelen en der aarde; de Heer der Werelden.
[45:37]
Hem
behoort de Grootheid in de hemelen en op aarde: en Hij is de Machtige, de
Alwijze.