Hij Fronste
In naam van God, de
Barmhartige, de Genadevolle.
[80:1]
Hij (de profeet) fronste (zijn voorhoofd) en wendde zich af.
[80:2]
Omdat er een blinde man tot hem kwam.
[80:3]
(Mens) wat weet gij? Misschien wilde hij zich laten louteren.
[80:4]
Of hij kon om raad komen, en die
raad zou hem van nut kunnen zijn.
[80:5]
Maar aan hem, die onverschillig is
[80:6]
Schenkt gij uw aandacht,
[80:7]
Hoewel gij er niet voor aansprakelijk zijt als hij zich niet loutert.
[80:8]
Maar hij die zich tot u haast,
[80:9]
En God vreest,
[80:10]
Voor hem zijt gij onverschillig.
[80:11]
Neen! Voorwaar, het is een vermaning.
[80:12]
Dus, wie het wil, laat hem er lering uit trekken.
[80:13]
(Dit is) in verheven geschriften,
[80:14]
Hoogstaand en rein,
[80:15]
In de handen van schrijvers,
[80:16]
Edel, deugdzaam.
[80:17]
Wee de mens! Hoe ondankbaar is hij!
[80:18]
Waaruit heeft Hij hem geschapen?
[80:19]
Uit een kleine levenskiem schept Hij hem en stelt zijn
verhoudingen vast.
[80:20]
Dan effent Hij de weg voor hem,
[80:21]
Dan doet Hij hem sterven en geeft hem aan het graf over,
[80:22]
Dan, wanneer Hij wil, zal Hij hem weer opwekken.
[80:23]
Neen, hij heeft hetgeen Hij hem gebood, niet volbracht.
[80:24]
Laat nu de mens naar zijn voedsel zien;
[80:25]
Hoe Wij water doen neerstromen,
[80:26]
Dan de aarde splijten,
[80:27]
En graan daaruit doen groeien.
[80:28]
Ook druiven en groenten,
[80:29]
En de olijfboom en de dadelpalm.
[80:30]
En tuinen, dicht beplant.
[80:31]
En vruchten en weiden,
[80:32]
Voorziening voor u en uw vee!
[80:33]
Maar als de oorverdovende roep
komt,
[80:34]
De Dag waarop een man van zijn broeder vlucht,
[80:35]
En van zijn moeder en zijn vader,
[80:36]
En van zijn vrouw en zijn kinderen,
[80:37]
Op die Dag zal een ieder een
aangeiegenheid hebben die hem bezig zal houden.
[80:38]
Op die Dag zullen sommige
gezichten stralend zijn,
[80:39]
Lachend, vrolijk!
[80:40]
En op andere gezichten zal op die
Dag stof liggen.
[80:41]
Duisternis zal hen bedekken.
[80:42]
Dat zijn de ongelovigen, de slechten.